dinsdag 5 juni 2012

Dilemma’s van de Europese Commissie

Door Susan
Niall Gerlitz (tweede van links) spreekt met YFMA
Twee mei in Brussel was onder andere Niall Gerlitz zo vriendelijk ons te ontvangen om in gesprek te gaan over GGO’s. Gerlitz werkt bij de Europese Commissie, zijn functie betreft onder andere het controleren en eventueel autoriseren van GGO’s in Europa. Hij vertelde over de dilemma’s die hij ziet binnen de Europese Unie (EU).

Ten eerste noemde hij het labellen van producten. Er wordt gediscussieerd waar de grens van labelling moet liggen. Momenteel ligt deze op 0,9 procent. Op het moment dat een product meer dan deze waarde aan GGO’s bevat, moet het vermeld worden op de productinformatie. Echter een GM-free zou nul procent GGO’s mogen bevatten. Het is de vraag of dit haalbaar is. Daarnaast speelt de kwestie in hoeverre vlees gevoed met GGO’s het GM-free label zou mogen krijgen. Aan de ene kant is het vlees niet genetisch gemodificeerd, aan de andere kant heeft het wel GGO’s gegeten waardoor men indirect van de GGO-markt gebruik maakt.    

Ten tweede beschrijft de spanning rondom de import van veevoer. Momenteel schommelt de Europese zelfvoorzieningsgraad voor veevoer –eiwitten rond de 25%[1]. Dit betekent dat de EU veel veevoer (vaak in de vorm van maïs en soja) moet importeren. Argentinië, Brazilië, Paraguay, Servië, Ukraïne en de Verenigde Staten zijn de hoofdleveranciers van soja en maïs voor de EU[2]. Feit is dat veel buiten de EU verbouwde soja en maïs genetisch gemodificeerd is. Dit aandeel neemt toe aangezien de EU niet dominant is op deze markt. Kortom,75 % van de benodigde hoeveelheid veevoer in de EU wordt geïmporteerd en deze is vaak genetisch gemodificeerd. Echter de EU heeft het standpunt alleen door hen goedgekeurde GGO’s toe te laten. Als de EU aan haar standpunt over GGOs vasthoudt (en haar interne eiwitten-markt niet verbeterd) zal zij op den duur met een tekort aan veevoer zitten. Als zij dit tekort zou willen voorkomen, moet zij haar bezwaren rondom GGO’s laten vieren. Moet de EU zich isoleren en vasthouden aan de bezwaren? Of moet zij om economische redenen haar beleid aanpassen.

Ten derde verteld Gerlitz over het weren van GGO’s door individuele lidstaten binnen de EU. Het is niet toegestaan GGO’s die goedgekeurd zijn door de European Food and Security Authorization (EFSA) te weren. De EFSA beoordeeld de veiligheid van de GGO’s, aan de hand daarvan beslist zij het gewas toe te laten op de Europese markt. Dit betekent dat landen zich bij het weren van een GGO niet mogen beroepen op veiligheidsgronden, immers het is toegestaan door de EFSA. Sommige landen weren het gewas alsnog op grond van veiligheid, dit is wettelijk niet toegestaan. Andere landen beroepen zich op niet wetenschappelijke gronden zoals cultuur. Dit alles komt niet ten goede van het gemeenschappelijke beleid dat de EU en ondermijnt het gezag van de EFSA.

Gerlitz maakte duidelijk dat hij deze dilemma’s strikt vanuit de visie van de Europese Unie beschrijft. Zijn eigen mening, misschien wel met een andere achtergrond dan die van de EU, wil hij tijdens werk en zo ook dit interview niet aan de orde laten komen. Puur feitelijk en objectief moet het zijn, in zijn werk is er geen ruimte voor onderbuikgevoelens.




[1] Future Farms and Food in Europe, Europeel Parlement, Brussel, 3 februari 2011; Eigen eiwitteelt in Europa Door Jeroen Watté
[2] Study on the Implications of Asynchronous GMO Approvals for EU Imports of Animal Feed Products - Executive Summary (Contract N° 30-CE-0317175/00-74)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten