Door Susan
Twee mei in Brussel was onder andere Niall Gerlitz
zo vriendelijk ons te ontvangen om in gesprek te gaan over GGO’s. Gerlitz werkt
bij de Europese Commissie, zijn functie betreft onder andere het controleren en
eventueel autoriseren van GGO’s in Europa. Hij
vertelde over de dilemma’s die hij ziet binnen de Europese Unie (EU).
Niall Gerlitz (tweede van links) spreekt met YFMA |
Ten eerste noemde hij het labellen van
producten. Er wordt gediscussieerd waar de grens van labelling moet liggen.
Momenteel ligt deze op 0,9 procent. Op het moment dat een product meer dan deze
waarde aan GGO’s bevat, moet het vermeld worden op de productinformatie. Echter
een GM-free zou nul procent GGO’s mogen bevatten. Het is de vraag of dit
haalbaar is. Daarnaast speelt de kwestie in hoeverre vlees gevoed met GGO’s het
GM-free label zou mogen krijgen. Aan de ene kant is het vlees niet genetisch
gemodificeerd, aan de andere kant heeft het wel GGO’s gegeten waardoor men
indirect van de GGO-markt gebruik maakt.
Ten tweede beschrijft de spanning rondom de import van veevoer. Momenteel
schommelt de Europese zelfvoorzieningsgraad voor veevoer –eiwitten rond de 25%[1].
Dit betekent dat de EU veel veevoer (vaak in de vorm van maïs en soja) moet
importeren. Argentinië, Brazilië, Paraguay, Servië, Ukraïne en de Verenigde
Staten zijn de hoofdleveranciers van soja en maïs voor de EU[2].
Feit is dat veel buiten de EU verbouwde soja en maïs genetisch gemodificeerd
is. Dit aandeel neemt
toe aangezien de EU niet dominant is op deze markt. Kortom,75
% van de benodigde hoeveelheid veevoer in de EU wordt geïmporteerd en deze is
vaak genetisch gemodificeerd. Echter de EU heeft het standpunt alleen door hen
goedgekeurde GGO’s toe te laten. Als de EU aan haar standpunt over GGO’s
vasthoudt (en
haar interne eiwitten-markt niet verbeterd) zal zij op den duur met een tekort aan
veevoer zitten. Als zij dit tekort zou willen voorkomen,
moet zij haar
bezwaren rondom GGO’s laten vieren. Moet de EU zich isoleren en vasthouden aan
de bezwaren? Of moet zij om economische redenen haar beleid aanpassen.
Ten derde verteld Gerlitz over het
weren van GGO’s door individuele lidstaten binnen de EU. Het is niet toegestaan
GGO’s die goedgekeurd zijn door de European Food and Security Authorization
(EFSA) te weren. De EFSA beoordeeld de veiligheid van de GGO’s, aan de hand
daarvan beslist zij het gewas toe te laten op de Europese markt. Dit betekent
dat landen zich bij het weren van een GGO niet mogen beroepen op
veiligheidsgronden, immers het is toegestaan door de EFSA. Sommige landen weren
het gewas alsnog op grond van veiligheid, dit is wettelijk niet toegestaan.
Andere landen beroepen zich op niet wetenschappelijke gronden zoals cultuur.
Dit alles komt niet ten goede van het gemeenschappelijke beleid dat de EU en
ondermijnt het gezag van de EFSA.
Gerlitz maakte duidelijk dat hij deze dilemma’s strikt
vanuit de visie van de Europese Unie beschrijft. Zijn eigen mening, misschien
wel met een andere achtergrond dan die van de EU, wil hij tijdens werk en zo
ook dit interview niet aan de orde laten komen. Puur feitelijk en objectief moet
het zijn, in zijn werk is er geen ruimte voor onderbuikgevoelens.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten